Meneer Soh, een rechtvaardige man met een koude blik en stalen vuisten, keert in 1946 terug naar het wetteloze naoorlogse Japan. Hij beschermt de zwakken, verdedigt de armen en brengt zowel vrienden als vijanden wat gezond verstand. Verkrachters en gangsters krijgen het zwaarst te verduren als meneer Soh zijn school opbouwt op het eiland Shikoku.