De koningin van een ondergronds koninkrijk, die met voortreffelijke wreedheid over haar onderdanen regeert, wil een aardse prins die op het punt staat te trouwen in haar macht brengen en laat daartoe zijn bruid ontvoeren. De prins en twee gespierde broers die zijn vrienden zijn, ontmantelen het ondergrondse terreurregiment letterlijk in zijn afzonderlijke delen.