Tegen het einde van zijn avondshift neemt 112-centralist Boudewijn met tegenzin nog een telefoontje aan, maar wordt dan verrast door een fluisterende kinderstem die meedeelt zich in een kast te verstoppen voor een indringer. Tegelijkertijd probeert Boudewijn de situatie te ontrafelen. Dit blijkt echter makkelijker gezegd dan gedaan met de elfjarige Mia aan de andere kant van de lijn. Met een beetje fantasie probeert Boudewijn, die eigenlijk helemaal geen kindervriend is, alles in de strijd te gooien om het jonge meisje te helpen.