In de regio Keulen neemt het aantal inbraken in kerken en musea toe. Op een dag doen douanebeambten van de vrachtafdeling van de luchthaven een vreemde ontdekking: Een lading mannequins heeft te lang in de zon gelegen, de figuren – uiteraard gemaakt van was – beginnen weg te smelten en onder het oppervlak van een pop verschijnt een kostbare Madonna uit de 16e eeuw. Het pad leidt naar Amsterdam. Kressin wordt geconfronteerd met een beeldschone vrouw, de vrouw van een wilskrachtige Malter, die tot alles in staat is en moord niet eens schuwt.